Februari
Lenteklokje
Bloeitijd: februari maart
Het lenteklokje (Leucojum vernum) is een bolgewas uit de
narcisfamilie (Amaryllidaceae). Het is een van de twee soorten
uit het geslacht Leucojum.
Uit een rozet van smalle bladeren komt een circa 20 cm hoge
bloemstengel. Uit de bloemstengel komen één, soms twee,
bolvormig knikkende bloemen. Hierin onderscheidt de soort
zich van het zeldzamere en beschermde zomerklokje (Leucojum
aestivum), dat meestal meer dan twee bloemen per stengel
heeft.
De bloemen zijn wit en iets breder (2-2,5 cm) dan die van het
sneeuwklokje. Zij verschillen van het sneeuwklokje doordat alle
zes de tepalen (bloemdekbladen) even groot zijn. De tepalen
hebben een groene vlek, die geelachtig is bij exemplaren uit het
oosten van het verspreidingsgebied.
Sneeuwklokje
Galanthus Woronowi
(Glanzend sneeuwklokje)
Bloeitijd: januari - maart
Is de determinatie nog steeds niet echt duidelijk, dan kan
een dwarsdoorsnede van het blad uitkomst bieden.
Onder een microscoop of een vergrootglas is een duidelijk
verschil te zien. Galanthus ikariae heeft grote luchtzakken
tussen de cellen en de eigenlijke cellen liggen niet in een vast
patroon. Bij Galanthus woronowii ontbreken die luchtzakjes.
Sneeuwklokje
Galanthus Nivalis veridipice
Bloeitijd: januari - maart
Sneeuwklokje Galanthus
Nivalis Flore Pleno
Bloeitijd: januari - maart
Wrangwortel - Helleborus
viridis
Bloeitijd: februari maart
De wrangwortel werd lang als medicinale en veterinaire plant in
klooster- en andere tuinen gekweekt. De zaden, die een
mierenbroodje hebben, worden door mieren verspreid. Zo
geraakte de plant door de eeuwen heen verwilderd in de
aanliggende streken. De grenzen van haar natuurlijke
verspreiding zijn niet met zekerheid gekend. Misschien is zij
slechts oorspronkelijk wild in de Pyreneeën en het Cantabrisch
Gebergte.
De plant komt voor op vochtige, kalkhoudende grond bij
voorkeur in de halfschaduw van loofbossen. In de Pyreneeën
treft men die plant aan tot een hoogte van 1800 m.
Longkruid
Bloeitijd: februari - april
Longkruid is er met gevlekte baderen (Pulmonario officinalis)
en met bladeren zonder vlekken (Pulmonaria obscura)
De zilveren vlekken op het blad worden veroorzaakt door een
luchtlaag tussen bladmoes en opperhuid.
Stinkend nieskruid
Bloeitijd: februari - maart
Stinkend nieskruid (Helleborus foetidus) is een groenblijvend
overblijvend kruid uit het geslacht nieskruid (Helleborus) van
de ranonkelfamilie (Ranunculaceae). Het is de enige soort die
wordt ingedeeld in de sectie Griphopus.
De geur van de lichtgroene bloemen, wanneer deze worden
aangeraakt, is niet aangenaam. Dit geldt nog sterker wanneer
de bladeren worden fijngewreven.
Gele krokus - angustifolius
Bloeitijd: februari - maart
Inheems op de Krim
Iris danfordiae
Iridaceae
Bloeitijd: februari - maart
Danford’s iris. Komt uit Zuid Turkije en groeit in het Taurus
gebergte. De iris werd geïntroduceerd in 1876 door
mw. C.G. Danford, een Engelse plantenzoekster, die de plant
vond in Cilicia / Tukije.
Krokus Tommasinianus
Boerenkrokus
Bloeitijd: januari, februari, maart
Oorspronkelijk uit de Balkan (Servië, Montenegro, Hongarije en het
noordwesten van Bulgarije). Ingeburgerd in enkele West-Europese
landen en in Noord-Amerika.
Krokus Sieberi
Crocus sieberi
Boeitijd: febtuari - maart
Krokus (Crocus) is een geslacht uit de lissenfamilie
(Iridaceae), dat 90 soorten omvat. Hiervan is circa een
derde deel herfstbloeier.
De krokussen zijn vooral afkomstig uit de bergen rond de
Middellandse Zee. Het grootste aantal soorten zijn
afkomstig uit de Balkan en Klein-Azië, met uitzondering van
Crocus vernus (L.) Hill, die men tot Centraal-Europa aantreft
(Alpen en Karpaten), en een paar soorten zoals Crocus
alatavicus Semenova & Reg. en Crocus korolkowii Regel ex
Maw, die afkomstig zijn uit de bergen van Centraal-Azië.
Iris Reticulata
Iridaceae
Bloeitijd: februari - maart
de iris reticulata behoort tot de Lissenfamilie en is een kleine,
vroegbloeiende iris. De plant bloeit van half februari tot eind
maart met blauwe, geurende bloemen. Deze soort is afkomstig uit
de Kaukasus en Palestina en groeit daar hoog in de bergen.
De plant vormt een bol.
De bloem bestaat uit zes bloembladen, die vanonder met elkaar
vergroeid zijn tot de bloemdekbuis. Er zijn drie meeldraden,
waarvan de helmdraden zijn vergroeid met de bloemdekbuis. Het
vruchtbeginsel is onderstandig. De meeldraden zijn eerder rijp
dan de stamper (protandrisch)
Scilla mischstchenkoana
Streephyacint
Bloeitijd: februari maart
De plant komt van nature voor in de Kaukasus en Zuid-Rusland.
In 1931 of 1936 introduceerde het Nederlandse bollenbedrijf Van
Tubergen deze plant in tuinen in West-Europa. De plant wordt
daarom vaak aangeduid als Scilla mischtschenkoana
'Tubergeniana', alsof het een cultivar zou zijn of zelfs als Scilla
tubergeniana, alsof het een andere soort zou zijn.
Bloemdekslippen niet vergroeid en heeft lange meeldraden. Kan
verward worden met de buishyacint. (Puskinia scilloides)
Puschkinia scilloides
buishyacint
Bloeitijd: februari - maart
Puschkinia kent slechts één soort en is in 1805 gevonden door en
vernoemd naar de Russische graaf Apollo Apollosovish Mussin-
Pushkin.
De Nederlandse naam voor Puschkinia is wat makkelijker uit te
spreken, namelijk Buishyacint.
De Puschkinia is een rijk bloeiend bolgewasje dat op de
Scilla mischtschenkoana lijkt. De bloemstelen van de Puschkinia
tellen echter mee. Bloemdekslippen deels vergroeid. De
meeldraden zijn kort en vormen een kokertje (corolla).
Vrijwilligers Zuid-Hollands Landschap
Hazelaar
Bloeitijd: januari / maart
De hazelaar is een "naaktbloeier": de plant bloeit als deze nog
geen bladeren heeft. De hazelaar is voor de bestuiving afhankelijk
van de wind. Aan de hazelaar zitten de mannelijke en de
vrouwelijke bloeiwijzen apart. De mannelijke bloemen zitten in
katjes en zijn al in de zomer aanwezig in de oksels van de
bladeren. Ze gaan pas bloeien in januari. De vrouwelijke bloemen
zitten met drie tot vier stuks in een klein knopje bij elkaar. Tijdens
de bloei zijn alleen de rode stijlen met de stempels te zien.
Het bijzondere van deze
soort is dat de buitenste
bloemblaadjes groene
punten hebben. Normaal
gesproken hebben alleen
de binnenste
bloemblaadjes een groen
merkje. Je komt overigens
allerlei spellingsvarianten
tegen voor de naam van
dit sneeuwklokje